Moesel (gender unknown)
(with) definite article: deoriginal: moeſel
From a Christmas carol, recorded (1908) in Tielen (Kempen region, prov. Antwerp) by Theofiel Peeters, published in his book »Oudkempische volksliederen en dansen«, vol. I (Brussels, 1952); Kiliaan, who spells it Moeſel, seems to consider it a synonym of Sack-pijpe and refers to Tibia vtricularis; NB: ➺ Quene.
Boone, Hubert: De doedelzak. Woord vooraf door J. Van Haver en A. Doppagne… Inleiding door R. De Maeyer… Brussel, 1983, p.17, 92 (notes 31 (»Plantijn; »Kiliaan), 34 (»Heeroma; »Carton), and 35 (»Peeters).
Kiliaan, C. [Cornelis Kilianus, or Corneel Kiel van Duffel]: Etymologicvm tevtonicae lingvæ. Traiecti Batavorvm, MDCCLXXVII [i.e. in Utrecht, 1777], p.396 (Moeſel).
De Bo, L.L. [Leenaart Lodewijk]: Westvlaamsch idioticon. Brugge, 1873, p.707 [➺ Moezel; »Surius].
Boone, Hubert: La cornamusa in Belgio. In: Utriculus VIII;2 (30), aprile/giugno 1999, p.35.